NIEUW VINEX:
NIET HET ANTWOORD OP DE TREK VAN GEZINNEN NAAR BUITEN
Amsterdam, 16 november 2017
Toch weer nieuwe Vinex-locaties bouwen is niet het antwoord op de vraag van jonge gezinnen om meer ruimte en meer groen. Vorige week berichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek dat steeds meer ouders met kleine kinderen besluiten de grote stad te verlaten. Direct kwam hier en daar uit de mond van bestuurders de Pavlov-reactie om dan maar weer nieuwe wijken buiten de steden aan te leggen. Maar dat zou zowel slecht zijn voor het buitengebied als voor de stad. En het is bovendien onnodig.
Natuurlijk is de wens om je kinderen te laten opgroeien in een ruime woning met een tuin en andere buitenruimte begrijpelijk. Met zijn tweeën driehoog achter wonen is nog wel te doen, zeker als de aantrekkelijke voorzieningen die de grote stad biedt, in de directe omgeving zijn te vinden. Maar de woonwensen veranderen al snel, als er kinderen zijn gekomen. Verhuizen naar Zaanstad, Almere of Nieuwegein ligt dan voor de hand. Daar zijn namelijk wél betaalbare ruime woningen met vaak een tuin en voldoende speelruimte.
Groene ruimte vrijhouden
Toch is dit een verkeerde ontwikkeling. We moeten zorgvuldig omgaan met wat er over is van het groen in het land, ook nodig voor andere doeleinden als voedsel- en houtproductie en recreatie en meer in het algemeen natuur. Laten de bestuurders zich verleiden om toch weer grootschalige nieuwbouwwijken te bouwen, dan blijft van het groen te weinig over als tegenwicht tegen het rood (gebouwen) en grijs (infrastructuur). Bovendien moet worden voorzien in onder meer openbaar vervoer en wordt de filevorming door woon-werkverkeer nog meer gestimuleerd. Tevens betekent gespreid bouwen een verdere aanslag op principes van duurzaamheid, zoals het streven naar een lager energieverbruik.
Onvoldoende sociale cohesie
Er is nog een ander bezwaar tegen een nieuwe trek naar grootschalige nieuwbouw. Door de eentonigheid van de wijken, de mono-doelgroep die wordt aangetrokken, het tekort aan voorzieningen en het grotendeels ontbreken van openbaar vervoer is de hechting aan de directe woonomgeving laag. En daarmee ontwikkelt de sociale cohesie zich onvoldoende. Met andere woorden: het leven in zo’n nieuwbouwomgeving valt nogal eens tegen en de nadelen blijken voor veel voormalige stadsmensen groter dan het voordeel van wat meer ruimte in en om het huis. Dat heeft de geschiedenis van pakweg de laatste dertig jaar ons wel geleerd.
Ook onnodig
Opnieuw de fout maken van het massaal huisvesten van jonge gezinnen in weer nieuwe Vinex-locaties is ook onnodig. Het is namelijk wel degelijk mogelijk om binnen de stedelijke context tegemoet te komen aan de wensen van gezinnen. Natuurlijk kan niet iedereen in de stad zijn eigen tuin krijgen. Maar ook bij bouwen in hogere dichtheden zijn zowel individuele buitenruimten als (vooral) collectieve groenvoorzieningen heel goed te realiseren. Deze buitenruimten hebben een groot voordeel: verkeersvrij, sociaal veilig binnen de directe woonomgeving.
Slimmere concepten
Ook voor wat betreft de betaalbaarheid vraagt deze benadering om slimmere concepten dan die nu veelal worden ingezet. De winst zit ‘m in meer individualisering binnen grootschalige projecten, in efficiënter grondgebruik en de mix van functies. Als bestuurders de politieke moed kunnen opbrengen om fundamenteel anders tegen het bouwen in de stad aan te kijken, dan is dat niet alleen goed voor de bewoners, maar betekent zo’n nieuw programma ook een economische en sociale boost voor het stedelijk leven: de belangrijke middengroep waarover we het hebben, kan je maar beter in de stad houden.
Prijsvragen
Al vele jaren pleiten wij voor het intelligenter benutten van de binnenstedelijke ruimte. En gelukkig zijn er meer ontwikkelaars, planners en vormgevers die er zo over denken. Het moét, dus wordt het tijd duidelijk te maken dat het ook kán. De bestuurders moeten- in het belang van hun stad- hierbij het voortouw nemen. Ik doe een voorstel: begin nu eens met het uitschrijven van prijsvragen om op die manier aan goede ideeën te komen voor het bouwen in de stad voor de gezinnen die nu massaal dreigen te vertrekken.
Bart Mispelblom Beyer