Door Bart Mispelblom Beyer – Tijdens de coronacrisis klinkt er veel kritiek op gestapeld wonen. Terecht, want een appartement zonder buitenruimte wordt in deze tijd een gevangenis. Maar ook zonder de bedreigingen van een wereldwijd virus zou gestapeld wonen veel prettiger, gezonder en duurzamer moeten.

Is hoogbouw nog corona-proof te maken, zo vraagt Harm Tilman zich af in zijn blog van 31 augustus. Aanleiding was het nieuws dat de bovenste verdiepingen van veel hoge kantoorkolossen momenteel leeg staan, omdat ze vrijwel ontoegankelijk zijn geworden. Met z’n allen de lift in is vragen om besmetting met het gevreesde virus.

Al eerder tijdens de corona-crisis klonk er kritiek op gestapeld wonen. Terecht, want je zult maar op de vijftiende verdieping wonen zonder een fatsoenlijke buitenruimte. Zo’n appartement wordt tijdens een pandemie een ‘gevangenis’.

Het nieuwe stapelen

Ook zonder de bedreigingen van een wereldwijd virus zou gestapeld wonen veel prettiger, gezonder en duurzamer moeten. Minstens zo belangrijk als flexibiliteit en aanpasbaarheid is het inpassen van groen en water. Alleen een balkon volstaat niet meer; ook op hoogte moet er ruimte zijn voor tuinen, riante loggia’s, serres en kassen als winter- en moestuin. Een combinatie van gestapeld en grondgebonden wonen. Het is allemaal mogelijk, zowel midden in de dichtbebouwde stad als in het suburbane gebied, aan de rand van een stadkern.

Bovenstaande artist impression en schets zijn de verbeelding van een gestapeld wonen project in Alkmaar waar wij sinds vorig jaar mee bezig zijn. Het gebouw telt 14 verdiepingen en komt aan de rand van het stadscentrum. Omdat hier relatief veel ruimte beschikbaar is en het gebouw vrij staat in de ruimte werd het mogelijk om het hele blok te staffelen. Op de begane grond hebben de woningen terrassen in het water. Op de verdiepingen heeft elke woning een daktuin (op de dakvlakken) waardoor de leefkwaliteit enorm toeneemt.

Een voorbeeld van stapelen in een hogere dichtheid is Kavel 14, een studie voor een woonproject in Amsterdam IJburg. Hier is aanzienlijk minder ruimte beschikbaar.

Het gebouw manifesteert zich vanaf de straat als een sterke eenheid, passend in de stadse blokkenstructuur. De binnenzijde daarentegen is een groene oase. De tuinen lopen vanaf het gebouw stapsgewijs af tot aan het maaiveld. Het blok is verstaffeld met privétuinen, en gemeenschappelijke tuinen en ruimten. Alle woningen, ook bovenin, liggen aan tuinen. Het maakt Kavel 14 bij uitstek geschikt voor gestapelde gezinswoningen; kinderen kunnen er veilig buiten spelen. Anderen hebben een geborgen buitenruimte met veel privacy. En dat midden in de dichtbebouwde stad.

de binnenwereld van Kavel 14

Revival van de paternoster

Anders stapelen en vergroenen lost het probleem van slechte toegankelijkheid van hoogbouw niet op. Zekere niet in de bestaande hoogbouw waar de manier van stapelen lastig, zo niet onmogelijk is aan te passen. De meest voor de hand liggende oplossing is iets te doen aan het verticale verkeer.

Een eigentijdse paternoster zou een uitkomst kunnen zijn voor bestaande hoogbouw. Dit is een liftsysteem met continu lopende liftkooien voor maximaal twee personen. Deze carrousel lift is al sinds de jaren zestig uit de gratie, onder meer omdat er ongevallen mee zijn gebeurd. “Genius or guillotine?” is de veelbetekenende kop boven een artikel over dit fenomeen in het online tijdschrift Flux. Om met ‘genius’ te beginnen: de paternoster is een geniale vondst. De lift is eind 19e eeuw (industriële revolutie) in Engeland ontwikkeld om onnodig wachten te voorkomen. Op papier briljant maar in de praktijk bleken mensen bij het in- en uitstappen van de continu bewegende liftcabines (zonder deuren!) te struikelen, klem te komen zitten of te vallen, soms zelfs met dodelijke afloop. In speelfilms en romans is gretig gebruik van gemaakt van dit angst-scenario. Uiteindelijk viel het doek voor dit innovatieve liftsysteem. Hier en daar bestaan ze nog als curiositeit. Het voormalig Scheepvaarthuis in Amsterdam (tegenwoordig hotel) heeft er nog twee, maar die worden alleen nog gedemonstreerd bij rondleidingen.

Maar liefhebbers en liftproducenten gingen op zoek naar oplossingen. Hitachi kwam met een paternoster zonder veiligheidsnadelen. Het Hitachi liftsysteem beweegt in een loop, net als een paternoster, maar kan ook stoppen. Het heeft daarnaast knoppen en deuren. Volgens Hitachi neemt deze verbeterde versie ook nog eens de helft van de ruimte in beslag dan het origineel. Nadeel is wel dat vanwege de stopmogelijkheden toch files kunnen ontstaan.

Een echte innovatie is MULTI. Een op de paternoster geïnspireerd systeem ontwikkeld door de bekende Duitse liftbouwer ThyssenKrupp. MULTI is een passagierslift die zowel verticaal als horizontaal kan bewegen. Deze moderne paternoster gebruikt wel meer ruimte in een gebouw. De renovatie van de gebouwen die hiermee gemoeid is zal kostbaar zijn, maar kan leiden tot behoud van het bestaande onroerend goed, dus de moeite waard.

Soms ligt de toekomst in het verleden.

Dit blog is ook verschenen in de Architect